De wereld leren kennen met het LUF
Studenten die een beurs bij het LUF aanvragen ervaren hoe verrijkend het kan zijn om helemaal alleen een nieuw land te ontdekken. Ze lopen stage, studeren en leveren vaak een wezenlijke bijdrage aan lokale onderzoeksprojecten. De steun van donateurs maakt veel bijzondere ervaringen mogelijk. Zo vertrokken Henrike en Andrés Martín naar respectievelijk Oxford en Boston om hun horizon te verbreden.
Europese angst voor vergiftiging
‘Door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU is het collegegeld van Oxford ontzettend toegenomen. De subsidie van het LUF heeft wat dat betreft het onmogelijke voor mij mogelijk gemaakt.’
Henrike Vellinga volgde de master European History and Civilisation van het Europaeum Programme, dat bestaat uit drie trimesters aan drie universiteiten in Leiden, Parijs en Oxford. Ze deed voor haar scriptie onderzoek naar de verzameling van inheemse kennis over giftige planten uit Nederlands-Indië door Europese wetenschappers. ‘Zij wisten, in tegenstelling tot de inheemse mensen, weinig van de tropische planten en dieren. Dat leidde tot angst voor en veel speculaties over vergiftigingen.’ Rapporten met inheemse kennis over giftige planten werden gebundeld en opgestuurd naar onder andere Londen. Om het Engelse deel van deze Vergiftrapporten goed te kunnen bestuderen dook ze het archief van Kew Gardens in.
Onderzoek naar oude kleiminiaturen
Masterstudent Classics and Ancient Civilizations Andrés Martín García de la Cruz ging naar de Verenigde Staten voor onderzoek naar modder- en kleiminiaturen uit de collectie van het Museum of Fine Arts in Boston. Deze artefacten zijn afkomstig uit Noord-Soedan en tussen 1924 en 1932 opgegraven rondom de forten van Batn el-Hagar. Door archiefonderzoek, documentatie en laboratoriumonderzoek naar de artefacten kon Andrés Martín inzicht krijgen in het dagelijkse leven en de geloofsovertuigingen van de bewoners van deze vestingwerken.
‘Dankzij mijn samenwerking met museumexperts heb ik waardevolle kennis en ervaring opgedaan die mijn academische ontwikkeling hebben bevorderd. Na mijn terugkeer kreeg ik de kans om lezingen te geven in Basel en Leuven, waar ik de voorlopige resultaten van mijn onderzoek presenteerde.'